De rol van de Zàng Fǔ/ de organen

Binnen de Traditionele Chinese geneeskunde TCM spreken we als we het over organen hebben over de Zàng Fǔ.  Zàng zijn de Yῑnne volle (Zàng) organen de lever, het hart en pericardium, milt/pancreas, de long en de nier. De Yánge holle (Fǔ) organen zijn de maag, de galblaas, dunne- en dikke darm, de blaas en wat wij de driewarmer noemen. Je moet daarbij denken aan het hele spijsverteringstraject door je lichaam heen. Hierbij is het goed om te memoreren wat, vanuit de TCM, de verschillende functies zijn van deze organen.

Zij zijn samen verantwoordelijk voor het transformeren, opslaan, transporteren en afvoeren van alle soorten Qì, waardoor leven mogelijk is en waarvan de voedende en defensieve (afweer) Qì afhankelijk is. Zo staat in de 5000 jaar oude gedocumenteerde teksten zoals Su Wen te lezen dat elk Yῑnne orgaan zijn Yánge partner heeft.

Naast het feit dat elk orgaan bij een van de vijf elementen ondergebracht is met hun eigen relatie tot een seizoen, windrichting, qi richting, smaak, kleur, zintuig, emotie, weefsel, substantie etc. is het ook goed om te weten dat de verschillende organen elk een bepaalde tijd van de dag kennen waarbij ze het meest en het minst actief zijn. De orgaanklok. In het kader van de leefstijl en eetgewoonten is het goed daar even bij stil te staan. Uit bovenstaand relaas kun je opmaken hoe belangrijk het is dat de organen in balans zijn en dus goed hun functie kunnen uitoefenen, fysiek en emotioneel. Is dat niet het geval dan heeft dat direct invloed op de verschillende vitale substanties die binnen en buiten de meridianen stromen. Wanneer deze niet goed kunnen stromen, loert het risico op stagnaties, leegte, pijn met als gevolg potentiële aanvallen van externe pathogenen en ontstaan van trauma door bijvoorbeeld overbelasting.